Zoals bij zovelen begon de fascinatie voor vliegtuigen ook bij Cor van Gent al op jonge leeftijd. Niet alleen als spotter maakte hij enkele bijzondere gebeurtenissen mee. Ook staan er inmiddels maar liefst zestien boeken op zijn naam, waarvan veertien over luchtvaart.
‘Toen ik een jaar of zes, zeven was, bestond mijn geboortestad Hoorn zeshonderd jaar’, begint Cor zijn verhaal. ‘Ter ere daarvan is er een collectie vliegtuigen van de luchtmacht neergezet, waaronder een Harvard en een Thunderjet. Twee jaar later kwam er op Koninginnedag een formatie vliegtuigen over, pal over Berkhout waar ik woonde. Geweldig!’ Onvoorstelbaar anno nu, maar Sinterklaas bracht zijn bezoek destijds in een helikopter. ‘De eerste keer dat ik dat meemaakte was in een Hiller H-23 Raven en de tweede keer in een Alouette II’, herinnert Cor zich. ‘Wat een herrie maakte dat ding, enorm! Ik vond het prachtig. Maar vooral dat beeld van die formatie vliegtuigen fixeerde in mijn hoofd en maakte dat ik, als we met de tekenles op school een vrij onderwerp kregen, altijd voor vliegtuigen koos. Overigens kwam ik jaren later tot de ontdekking dat die formatie uit PBY-5 Catalina’s en PBM-5 van de Koninklijke Marine bestond.
Niets te vertellen
In dezelfde tijd dat de inmiddels 11-jarige Cor naar Groningen was verhuisd, ontdekte hij de boeken over Biggles, een fictieve gevechtspiloot, spion en detective van de afdeling Luchtpolitie van Scotland Yard. Cor, door de jaren heen in het bezit van alle 99 titels, las ze stuk voor stuk. Ook begon hij met modelbouw. ‘Na mijn lagereschooltijd ging ik naar de tuinbouwschool, niet ver bij de luchthaven van Eelde vandaan. Tussen de middag sprong ik samen met een vriend op de fiets om, terwijl we ons brood opaten, de Saab Safirs en Beechcrafts te kunnen zien.’ Over het feit dat Cor geen luchtvaart gerelateerde opleiding volgde is hij kort: ‘Ik groeide vrij geïsoleerd op en had als kind niets te vertellen. Mijn vader zat in de fruitteelt en ik kreeg ongewild dat predicaat mee.’ Later studeerde hij af als tuinarchitect en vond uiteindelijk zijn draai als leidinggevende bij de sociale werkplaats van Rotterdam, waar hij leiding gaf aan 72 mensen met een afstand tot de arbeidsmarkt.

Een huilende soundflow
Intussen werd zijn interesse voor de luchtvaart er niet minder op. Cor: ‘Ik ben gaan fotograferen en gaf het resultaat daarvan in eerste instantie weg aan amateurblaadjes, maar later ook onder andere aan het magazine Luchtvaart van Thijs Postma. Voor het Rotterdamse spottersblad Airnieuws schreef ik mijn eerste uitgebreide artikel over de Starfighter van de Koninklijke luchtmacht, dat in drie afleveringen is geplaatst. Omdat dit in goede aarde viel, ben ik er verder mee aan de slag gegaan. Het resulteerde in het boek De Starfighter, over de geschiedenis van dit vliegtuig in Nederland. Met het aparte geluid, die huilende soundflow, is die jager mijn absolute favoriet. Van het boek zijn maar liefst 5000 exemplaren gedrukt en die waren binnen anderhalf jaar tijd allemaal uitverkocht!’ Twee van de zestien boeken die van Cors hand verschenen zijn gewijd aan de civiele luchtvaart, één aan cruiseschepen en één aan evenementen in Rotterdam, de rest gaat over militaire luchtvaart. De meest recente uitgaven daarvan zijn De kleurrijke KLu en Northrop NF-5. Momenteel werkt hij aan een tweede boek over cruiseschepen.

Hoge hakken in de grond
Voor zijn eerste boek dook Cor vooral bij defensie de archieven in. Daarnaast sprokkelde hij informatie bij elkaar uit tijdschriften en had hij inzage in de squadronboeken op de diverse vliegbases. Met die publicatie verwierf hij bekendheid en kreeg hij een entree bij de Luchtmacht. De eerste keer vloog hij in een Chinook samen met enkele mensen van de krant mee naar Vlieland. ‘Op de Vliehors oefenen gedurende het hele jaar gevechtsvliegtuigen met het afwerpen van bommen’, zegt hij. ‘We mochten mee in de toren om daarvan het een en ander te zien. Toen we weer terugvlogen naar Gilze Rijen moesten we een voorzorgslanding maken, midden in een bietenveld. Met z’n allen moesten we die heli uit. Enkele vrouwen uit het gezelschap hadden hoge hakken aan en kwamen vast te zitten in de grond. Sensatie! Met een andere Chinook zijn we opgehaald.’
Niet geheel vlekkeloos
Een vlucht in een Northrop T-38 Talon van de Portugese luchtmacht verliep voor Cor niet geheel vlekkeloos. ‘Het begon al met aankleden. Ik kreeg een overall die me veel te klein was. Al die veters werden uitgetrokken, als de touwtjes om een rollade. Pas de derde helm die ik aangereikt kreeg was groot genoeg voor mijn hoofd. Schoenen? Ik heb maat 44, de grootste die ze hadden was 42. Daarom kon ik mijn eigen schoenen aanhouden. Ik dat vliegtuig in. “Weet je hoe een schietstoel werkt?”, vroegen ze. “Ja, bij benadering”, zei ik. “Als er iets gebeurt moet je daar aan die hendel trekken”, wezen ze. Vervolgens kreeg ik de opdracht de schietstoel op scherp te zetten, klaar voor gebruik. Dat deed ik, met lood in mijn schoenen, want stel dat ik hem zou activeren! Gelukkig gebeurde dat niet en toen was het go, go, go. Omhoog gingen we, weldra met een andere Talon naast ons, zodat ik daarvan een serie foto’s kon maken. Nadat die was afgezwaaid vlogen we nog een aantal rondjes om een meertje om te wachten op een viertal Lockheed T-33’s die in formatie vlogen. Intussen kreeg ik het steeds benauwder in dat te krappe pak dat als een harnas om me heen zat. Het zweet brak me uit, ik werd misselijk. De spuugzak die ik bij me had bleef niet ongebruikt. “Zullen we maar teruggaan?”, stelde de vlieger voor. Ik wilde er niet van weten. Hij vroeg het meermaals. Van het uur dat we hebben gevlogen ben ik al met al zo’n drie kwartier goed ziek geweest. Maar ik wilde die T-33’s niet missen, een mooie kans voor nog een serie bijzondere foto’s. Helaas, door de trilling van het vliegtuig was de vatting van mijn telelens losgegaan. Gevolg: van de twee volgeschoten filmpjes waren slechts enkele dia’s goed. De rest allemaal onscherp. Ik kon wel janken toen ik dat zag!’

Aan de lopende band
Een keer of vier was Cor te gast aan boord van de KDC-10. ‘Geweldig’, noemt Cor die ervaring. ‘In een ‘track’ boven de Noordzee kwamen diverse vliegtuigen langszij die zich onder de ‘boom’ lieten zakken om te tanken. Veelal F-16’s, maar ook Duitse Phantoms en een keer zelf een E-3A AWACS, een viermotorig toestel met een grote draaiende RADAR schotel op de romp. Het was altijd een run wie van de aanwezige pers bij een raampje kon zitten. Het voorste gedeelte van de tankers, die in hun eerdere leven gewone DC-10’s waren in dienst van Martinair, bestond uit een vrachtruim, het achterste was bestemd voor passagiers. Daarmee zat je dicht bij de boom, maar hoe die eruit werd geschoven heb ik helaas nooit gezien. De boomoperator bevond zich in het voorste gedeelte van het vliegtuig en kon de tankbuis bedienen met behulp van een computersysteem en vijf beeldschermen.’
Er brak een vleugel af
Op menige luchtvaartshow was Cor van de partij, ook toen de Tupolev Tu-144 op 3 juli 1973 tijdens de Paris Air Show verongelukte. ‘Het doet me nog steeds wat als ik daaraan terugdenk’, vertelt hij. ‘De dag voor de crash heb ik nog om en onder de “Concordski” gelopen, die indrukwekkend hoog op de wielen stond. Toen het toestel een dag later ging vliegen, maakte het een rondje, zette de daling in en raakte, dat hebben we persoonlijk gezien, een landingslicht. Vervolgens klom de machine weer omhoog. Aan het einde van de baan zagen we hem wankelen, er brak een vleugel af en boven het dorpje Goussainville stortte hij vervolgens neer. Tweehonderdduizend mensen stonden er en die stonden allemaal te huilen. Ook onze lol was er helemaal af en we zijn dan ook snel huiswaarts gegaan.’ Niet alleen de zes bemanningsleden kwamen om bij de crash, ook acht personen op de grond verloren het leven en vijftien huizen werden verwoest.
Een engeltje op de schouder
Op weg naar een vakantiebestemming in Portugal had Cor enkele basisbezoeken geregeld die op de route lagen. ‘Het was 1988 en volgens de planning zouden we op 23 september Valladolid aandoen waar toen nog met de DHC-4 Caribou gevlogen werd’, vertelt hij. ‘Op de basis heerste een oorverdovende stilte. Bij de commandant kregen we te horen dat we pech hadden: er werd die dag niet gevlogen. Op een andere dag waren we welkom. Voor ons was dat geen optie.
We vertelden dat we op doorreis waren en dat uitgerekend deze datum door het H.Q. in Madrid was aangewezen en geregeld. De commandant die het een vervelende situatie vond, regelde niet alleen dat we de toestellen op het platform konden fotograferen, maar ook dat één daarvan de lucht inging om speciaal voor ons een demo te vliegen. Samen met een piloot die ons vergezelde als begeleider, stonden we relatief dicht langs de runway toen de Caribou opsteeg om te laten zien wat deze oude kisten nog allemaal in hun mars hadden. Toen de machine een steile duik inzette begon onze begeleider in het Spaans te schreeuwen en de Sint-Vitus te dansen. Intussen bevond het vliegtuig zich vlak boven de baan. Met “gear up” denderde hij vlak boven de runway, de propellers raakten bijna de grond. Hij zat lager dan met “gear down” mogelijk was geweest.
De toren sommeerde onmiddellijk de duikvlucht af te breken. Onze begeleider noemde het een wonder dat de vlieger op het nippertje wist op te trekken. Was hij gecrasht dan was hij vlak bij ons tegen het beton van de baan geklapt en hadden we het geen van allen overleefd. De “troetelnaampjes” die onze begeleider voor de vlieger uitte waren in het Spaans, maar lieten niets aan de verbeelding over. Conclusie: soms moet je gewoon geluk hebben; waarschijnlijk hadden we een engeltje op onze schouder. Overigens heeft het gebeuren wel een prachtige opname opgeleverd waarmee ik al twee keer een fotowedstrijd heb gewonnen.’
Niet fraai
Het kan niet missen dat Cor ook naar het afscheid van de F-16 is geweest. Dat ging hem wel aan het hart. ‘Net als de Starfighter is het een mooi toestel’, zegt hij. ‘De F-35 zal best een hypermodern vliegtuig zijn, maar is beslist niet fraai, van welke kant je het ook bekijkt. Aan de voorkant net een speedboot, aan de zijkant net een badkuip en aan de achterkant is het net alsof er een rioolbuis uitsteekt. En zo denken er veel meer over. Heel Europa krijgt hem onderhand en ze zijn allemaal grijs, grijs, en nog eens grijs. Er is geen aardigheid aan.’ Toch blijft de aardigheid van het vliegtuigen spotten, zelf de lucht ingaan en schrijven voor Cor onverminderd doorgaan. Of er van zijn hand ooit een boek over die niet fraaie F-35 zal komen? ‘Die machine heeft nog geen geschiedenis geschreven, dus zoveel valt er voorlopig niet over te vertellen’, besluit hij.
