Afgelopen vrijdag presenteerde het kabinet een wetsontwerp voor een herindeling van het Nederlandse luchtruim. Naast gevolgen voor Schiphol en de civiele luchtvaart, betekent dit ook een verandering in het voor de luchtmacht beschikbare luchtruim.
De nieuwe indeling van het luchtruim gaat over waar vliegtuigen op grote hoogte vliegen, op minimaal 1800 meter. Door het luchtruim opnieuw in te delen komt er meer ruimte voor Defensie om te oefenen met de F-35. Meer ruimte is nodig om te zorgen dat de krijgsmacht gevechtsgereed is. De urgentie is groot door de veranderde geopolitieke omstandigheden en verder verslechterde veiligheidssituatie. De nieuwe indeling van het luchtruim heeft nog een ander voordeel. De luchtmacht kan daardoor grensoverschrijdend samenwerken met buurlanden tijdens bijvoorbeeld grote NAVO-oefeningen.
De luchtmacht beschikt over trainingsgebieden in het zuiden, oosten en noorden van het land. Met de nieuwe luchtruimindeling wordt het gebied in het noorden uitgebreid, waardoor er meer geschikte oefenruimte ontstaat voor de F-35. De gemiddelde vlieghoogte van een oefening is zo’n 6 kilometer en meer dan 80% van de oefeningen vindt boven zee plaats. De gebieden in het zuiden en oosten zijn hiervoor te klein en worden opgeheven voor dagelijks gebruik.
Dit schetsontwerp is een eerste stap. Er komt een externe commissie die de nut en noodzaak van het ontwerp en het gevolgde proces gaat beoordelen. Deze commissie was een nadrukkelijke wens van de Tweede Kamer. Uiteindelijk zal ook het parlement zich volgend jaar nog over de nieuwe indeling buigen. Daarna zal besluitvorming plaatsvinden. De implementatie moet tussen 2028 en 2030 plaatsvinden.