Goodyear heeft vooral een naam op het gebied van banden voor auto’s, vliegtuigen en zware machines. Maar het bedrijf produceerde ook verschillende luchtvaartuigen, waaronder de wereldwijd bekende zeppelins. In de jaren vijftig besloot Goodyear iets revolutionairs te maken in de vorm van een opblaasbaar vliegtuig: de Goodyear Inflatoplane.
Ontwerp
Het ontwerp van het toestel is gebaseerd op een eerder experiment van Taylor McDaniel in 1931 met een rubberzweefvliegtuig. In slechts twaalf weken kwamen ontwerp en bouw van de Inflatoplane tot stand. In 1956 toonde het Amerikaanse leger interesse in het concept omdat het toestel makkelijk gebruikt zou kunnen worden als reddingsvliegtuig voor troepen achter vijandelijke linies. Bovendien was het eenvoudig te transporteren. Het hele toestel kon in een pakket van 1,25 kubieke meter gevouwen worden.
Het opblaasbare oppervlak van de Inflatoplane was een soort sandwich van twee rubberachtige materialen, samengebonden met een nylondraad. Om te voorkomen dat de constructie bezweek onder de krachten pompte de motor constant lucht in het toestel met als bijkomend voordeel dat het daardoor een zekere lekbestendigheid verkreeg. Bovendien kon de machine zes kogelgaten verdragen en dan nog steeds blijven vliegen.
Er zijn twee versies ontwikkeld: een één- en een tweezittervariant. De éénzitter had een spanwijdte van 6,7 meter en moest opgepompt worden tot een luchtdruk van 25 psi. Dankzij de tweecilindermotor met een vermogen van 40pk kon het toestel maximaal 116 km/h vliegen op een hoogte van tien duizend voet. De tweezitter had 1,8 meter meer spanwijdte en een wat sterkere motor.

Prototypen
Uiteindelijk zijn er twaalf toestellen gebouwd. De helft van deze vliegtuigen bestond uit prototypen voor het bedrijf zelf, de overige zes vonden aftrek bij het Amerikaanse leger. Uitvoerig gebruik is er niet van gemaakt. In 1973 kwam het project officieel ten einde. Twee Inflatoplanes zijn nog te zien in Amerikaanse musea.
Testvluchten
Om het toestel goed te testen zijn verschillende vluchten uitgevoerd. Het bijzondere aan dit toestel is natuurlijk de hoeveelheid druk die in de vleugels ging. Normaal duurde het ongeveer vijf minuten voordat er 25 psi in het vliegtuig zat. Maar bij de testen werd ook wel uitgegaan van 8 psi, minder druk dus dan in een autoband. Een van de testvluchten eindigde in een crash met dodelijke afloop toen een een stuurkabel was vast komen te zitten.