Zweefvliegers kunnen met bellen van warme lucht (thermiek) omhoog komen, maar die bellen komen niet op grote hoogte voor. Hoe kunnen zweefvliegtuigen dan toch hoger uitkomen dan verkeersvliegtuigen?
Zweefvliegers in de bergen
Vliegen langs de bergen is iets heel spectaculair en anders dan vliegen boven ons platteland. Met bergvliegen kom je met behulp van hellingzweven omhoog: wind wordt aan een zijde van de berg omhoog geduwd, als je aan deze zijde vliegt, ga je dus met de wind mee omhoog. Zweefvliegtuigen kunnen dan net boven de bergen uitkomen. Bergvliegen kan ook gevaarlijk zijn: aan de andere kant van de berg is het heel turbulent, waarbij het vliegtuig beschadigd kan worden en/of in een gevaarlijke situatie terecht kan komen. Met behulp van hellingzweven kunnen zweefvliegers al hoger komen dan hier op het platte land.
In de onderstaande afbeelding is te zien hoe de wind zich over een berg heen trekt en hoe er turbulenties (rotors) kunnen ontstaan.
Golfvliegen
Golfvliegen is anders van hellingzweven, wat plaats vindt aan de bovenwindse zijde van een bergkam of berg. Golfvliegen vindt plaats aan de benedenwindse zijde van een berg(keten). Als de lucht over de berg beweegt, wordt het omhoog geduwd. Wanneer de lucht de inversie tegenkomt(boven de berg), wordt de lucht naar beneden afgebogen. Aangezien de lucht stabiel is, probeert het terug te keren naar haar oorspronkelijke niveau, zo ontstaat er een oscillatie. Aangezien de zwaartekracht de herstellende kracht is, kunnen berggolven ook zwaartekrachtgolven worden genoemd. Deze golfbewegingen kunnen tientallen of honderden kilometers stroomafwaarts aanhouden. Deze oscillerende beweging kan sterkere winden hoger in de atmosfeer naar het oppervlak brengen, waardoor sterke golfwinden ontstaan. Als een zweefvlieger het toestel in het stijgende gedeelte van een golf houdt, kan de vlieger hoger en hoger komen naar mate de golven ook steeds hoger worden.
Waar wind en stabiele lucht is, is er kans op golven in de atmosfeer. Je kan het vergelijken met water dat in een beek of riviertje stroomt. Een ondergedompelde rots veroorzaakt rimpelingen (golven) in het water stroomafwaarts, die langzaam afnemen. Het is belangrijk om te beseffen dat de atmosfeer veel complexer is dan het voorbeeld.

Echter zijn de meeste golven die in de atmosfeer voorkomen van geen nut voor zweefvliegers. Voor golfvliegen is geschikt terrein vereist. Bergkammen met een verticaal reliëf van 1.000 voet of minder kunnen golven produceren. De golf-amplitude hangt gedeeltelijk af van de topografie, de vorm en de grootte van het terrein. Zeer ondiepe hellingen zijn niet bevorderlijk voor het produceren van golven met voldoende amplitude om een zweefvliegtuig te ondersteunen. Er bestaat een resonantie tussen de topografische breedte en de luwte golflengte die moeilijk te voorspellen is. Golfvliegen is een unieke vliegervaring en vereist planning
Perlan Project
De Airbus Perlan II vestigde een nieuw wereldrecord voor zweefvliegen op de grootste hoogte in 2018. Met behulp van stratosferische golven steeg het vliegtuig naar een hoogte van 15.460 meter. Zonder motor! In het filmpje onderaan is te zien hoe hoog het zweefvliegtuig vliegt.